“Kinderen maken zich óók zorgen” - Jonge mantelzorgers moeten ook gezien en gehoord worden

Vandaag, op de Dag van de Mantelzorger, besteden wij graag aandacht aan een groep die vaak stilletjes mee beweegt en maar zelden op de voorgrond staat: jonge mantelzorgers. Wie zijn dat eigenlijk? En waarom verdienen zij meer aandacht dan ze nu vaak krijgen? We spreken met Nancy Wolting, maatschappelijk werker bij revalidatiecentrum Merem. Zij werkt dagelijks met patiënten en hun gezinnen.


Wat verstaan jullie bij Merem onder een jonge mantelzorger?

Nancy: “Veel mensen denken meteen aan praktisch helpen: wassen, koken of tillen. Maar een jonge mantelzorger is net zo goed een kind dat niets hoeft te doen en zich tóch verantwoordelijk voelt. Een kind dat zich afvraagt of mama wel weer beter wordt na een hersenbloeding of dat zich zorgen maakt wanneer papa weer in het ziekenhuis opgenomen wordt. Dat is een vorm van zorg die je niet ziet, maar die wel degelijk veel impact heeft. Een jonge mantelzorger is dus niet altijd het kind dat ondersteunt, maar ook het kind dat wakker ligt.”

Zie je dat ouders soms twijfelen of ze hun kinderen moeten betrekken bij ziekte en revalidatie?
“Heel vaak. Ouders willen hun kinderen beschermen en zeggen dan: ‘We vertellen niet te veel, anders worden ze alleen maar bang.’ Maar kinderen voelen haarfijn aan dat er iets aan de hand is, ook als het niet wordt uitgesproken. Zonder uitleg gaan ze zelf invullen wat er mis is en dat is meestal zwaarder dan de werkelijkheid. Een kind dat geen woorden krijgt, gaat betekenis geven aan stilte. Daarom zeggen wij altijd dat betrokkenheid minder belastend is dan buitensluiten.”

Welke rol speelt maatschappelijk werk daarin?
“Wij kijken verder dan alleen de medische behandeling. We zien niet alleen onze patiënten, maar ook het leven dat met hem of haar meebeweegt: het gezin, de thuissituatie, de draagkracht en hoe kinderen zich ontwikkelen. Als er thuis kinderen zijn, dan maken zij automatisch deel uit van ons werk. Niet omdat we problemen verwachten, maar omdat ziekte of revalidatie altijd iets verandert in een gezin. Kinderen moeten de kans krijgen om met die verandering mee te bewegen, op een manier die past bij de leeftijd en wat zij kunnen begrijpen.”

Wat gebeurt er in een gezin als een ouder ziek wordt?
“Soms neemt een kind ongemerkt een andere rol aan. Ze nemen geen zichtbaar takenpakket over, maar ze worden stiller, voelen zich verantwoordelijker of zijn alerter op vermoeidheid, prikkels of spanningen thuis. Niet omdat iemand dat van ze vraagt, maar omdat het kind zelf voelt dat het nodig is.
Een kind dat zichzelf wegcijfert, wordt snel volwassen in gedachten, maar blijft van binnen natuurlijk gewoon een kind. Dat zien én benoemen is belangrijk. Ik gebruik daarvoor vaak een metafoor: een gezin is net een mobiel (hanger). Als één poppetje uit balans raakt, bewegen alle andere poppetjes mee.”

Hoe worden jonge mantelzorgers bij Merem geholpen?
Nancy: “Bij Merem voeren maatschappelijk werkers geregeld gesprekken waar ouders en kinderen samen kunnen praten. Soms spreken we kinderen apart, zodat ze in hun eigen tempo kunnen vertellen wat ze voelen of missen. We gebruiken daarbij materialen die helpen als woorden lastig zijn, zoals fotokaarten of spelvormen. Daarnaast stimuleren we ouders altijd om de leerkracht van school op de hoogte te brengen, zodat een kind niet alleen thuis, maar ook buitenshuis gezien wordt.”
“Niet ieder kind heeft therapie nodig. Soms heeft een kind vooral ruimte nodig om even niet sterk te hoeven zijn. Als extra ondersteuning wel nodig is, verwijzen we gezinnen door naar organisaties die zich specifiek richten op jonge mantelzorgers, zoals de VMCA in Almere of andere regionale welzijnsorganisaties. Soms is één kennismaking al genoeg om een wereld te openen: een plek waar kinderen andere jonge mantelzorgers ontmoeten en merken dat ze niet de enigen zijn.”

Wat is jouw belangrijkste boodschap op de Dag van de Mantelzorger?
“Dat alle kinderen die in deze situatie zitten, voelen dat ze gezien worden. Ook als ze nog jong zijn en doen alsof ze alles begrijpen. Ook als ze zeggen dat alles goed gaat, maar eigenlijk heel hard hun best moeten doen om zich staande te houden. Kinderen verdienen de ruimte om kind te zijn en wij helpen graag mee om dat mogelijk te maken”, vertelt Nancy.

Tot slot. Wat kunnen ouders vandaag al doen?
“Begin met een eenvoudige, open vraag: ‘Wat merk jij eigenlijk van alles wat er gebeurt?’ Vraag niet alleen of het ‘goed gaat’, maar vraag hoe het echt voor je kind is. Zo kan een gesprek ontstaan dat misschien al lang nodig was, maar nooit is gevoerd en laat je als ouder zien dat je je kind echt ziet en hoort.”